vrijdag 7 november 2008

4 bijtjes...






Er zaten eens vier bijtjes op een grote zonnebloem

de eerste was een dominee en zei voortdurend doem

de tweede was een filmster en sprak steeds over roem

de derde was een generaal en schreeuwde telkens boem

de vierde was gewoon een bij en zei alleen maar zzzoem

wat zitten wij hier lekker op deze zonnebloem..!



Bron: http://www.gedichten.nl/nedermap/hartenkreten/hartenkreet/46299.html


Traktatie..Spaanse danseresjes


Benodigdheden:

* cakejes

* Papieren cakevormpjes met stippen

* gel pennetjes*

Danseresje (zie afbeelding)




Beschrijving:

Print de danseresjes ( alleen de bovenlijfjes),

knip deze uit en plak tegen een gel pennetje aan.

Leg over het cakeje een papieren cakevormpje (als rokje van de spaanse jurk)Tot slot steek je het pennetje (met het geprinte bovenlijfje van de danseres) door de papieren rok in de cakejes.


Traktatie.. Nemo


Benodigdheden:

mandarijnen

oranje papier

plakband

viltstift



Beschrijving:

Knip uit het papier voor elke vis een staart en twee vinnen. Plak dit met plakband op de mandarijntjes zodat je een visje krijgt.Teken voorop een paar ogen en een mondje.Wanneer je deze visjes op een zilverkleurig blad legt met doorzichtige folie lijkt het alsof ze in het water dobberen.

Traktatie..Piraat van eierkoek


Benodigdheden:

klein eierkoekje,

servet,

dropveter,

dropmat,

smartie,

snoepstengel,

poedersuiker


Beschrijving:

Vouw het servetje om als hoofddoek, strik dedropveter eroverheen en aan de achterkantdicht. Plak met een mengsel van poedersuiker met een klein beetje water, de smartieals oogje, knip een ooglapje uit de dropmat en plak die over de veter, en als laatste plak je de snoepstengel als mondje.

Traktatie...Luchtballon



Plak aan een papieren bekertje drie rietjes,

maak bovenaan de rietjes een ballon.

Doe in het bekertje iets lekkers
en klaar is je luchtballon.

Bron: http://members.lycos.nl/kdvwebsite/Traktatietips/traktatietips.html

Thematafel

Jose en ik moesten een thematafel maken.
Hiervoor moesten we eerst een lootje trekken maar omdat jose de die dag niet was heb ik het lootje getrokken en ik had het lootje herft getrokken.
Dit is natuurlijk een heel leuk thema.
Jose en ik kwamen al direct met heel veel ideetjes.
We hebben alles op papier geschreven zodat we het niet zouden vergeten.
De taken hadden we verdeelt en we hadden ook afgesproken wie wat zou meenemen.
Bij de thema tafel moesten we ook een liedje en een knutselactiviteit doen.
We hadden gekozen voor het liedje: Kabouter Spillebeen..en de knutselactiviteit zou een vogelverschrikker maken maar omdat onze juf ziek was konden we niet onze activiteit uit voeren maar dat doen we binnen kort nog wel.
(de foto van onze thema tafel komt nog op de site te staan)

donderdag 6 november 2008

Stage..!!

9 februari is het dan zover..!
Dan moeten we op stage.
We moeten een half jaar stage lopen en krijgen allemaal opdrachten van school.
Ik ben zeer benieuwd hoe het op een kinderdagverblijf er allemaal aan toe gaat want ik heb alleen nog maar stage gelopen in een buurthuis met verstandelijk gehandicapte kinderen.
spannend dus...!!

Dag bloem die bloeit
dag krekels die zingen
dag haan die kraait
dag kikkers die springen
dag vogel die fluit
dag bruidegom en bruid
dag duizend-en-één lieve dingen!

Kinderangsten


De ontwikkelingen in de angst van een kind vinden op vaste leeftijden plaats, wat wijst in de richting van erfelijke aanleg. Maar er blijkt ook veel aangeleerd te zijn wanneer we naar angst bij kinderen kijken. Bij jonge kinderen zien we vooral angst met betrekking tot persoonlijke veiligheid en zaken die voortkomen uit de fantasie van het kind. Bij het ouder worden neemt deze angst af en neemt de angst voor school, prestaties en sociale contacten toe.
Angst bij baby's
Voor een jonge baby zijn vreemde enkel maar interessant. Ieder gezicht vind een jonge baby interessant. Want ieder gezicht betekent contact. Het kind begint te lachen en kijken zodra er een gezicht in hun blikveld verschijnt. Maar langzaam aan gaat het kind minder lachen en kijken wanneer het gezicht van een onbekende is. Het kind leert bekende van onbekende te onderscheiden en zoek steeds meer de ouders op.Rond de acht of negen maanden beginnen veel kinderen angst te ontwikkelen voor onbekenden. Het kind wordt eenkennig. Maar niet alle kinderen ontwikkelen deze angst voor onbekenden en niet in iedere situatie is een kind angstig. Een aantal factoren zijn bepalend voor de angst van het kind.
ContextAllereerst is de context van belang. In een bekende omgeving zoals het eigen huis is een kind minder snel bang wanneer het met een onbekende geconfronteerd wordt, dan in een onbekende omgeving. Ook de aanwezigheid van de moeder is van groot belang. En vooral belangrijk is de reactie van de moeder. Een kind wat bemoedigend wordt toegelachen door de moeder zal minder angstig zijn dan wanneer de moeder geen direct contact zoekt met het kind of de moeder wat onzeker naar het kind kijkt. Wanneer een moeder al eenkennig gedrag verwacht van het kind, is de kans groot dat het kind ook eenkennig zal reageren. Ook wanneer het contact gelegd is met de onbekende zal het kind steeds zijn/haar moeder in de gaten houden om te kijken hoe de moeder reageert.
ControleVanaf de leeftijd van een jaar is het ook belangrijk dat het kind enige controle heeft over de situatie. Wanneer een bekende niet meteen op het kind afstapt, maar het kind de tijd geeft om te wennen en de eerste stap te doen tot contact, zal het kind veel minder angstig zijn. Vooral baby's roepen bij veel mensen de reactie op van meteen aanraken en dicht bijkomen. Maar dit schrikt het kind juist af.
PersoonMaar ook wie de onbekende is, is van groot belang voor de angst van het kind. Volwassenen roepen angst op bij jonge kinderen, onbekende kinderen niet. Verder is van belang of de onbekende dicht bij komt of op enige afstand blijft. En de houding van de onbekende is belangrijk voor de mate van angst. Een onbekende die rustig tegen het kind praat en na enige tijd wat met het kind speelt is voor het kind minder angstig dan een onbekend persoon die enkel passief aanwezig is.
Omgaan met eenkennigheid
Het eenkennige kind beseft nog niet voldoende dat wanneer de ouder niet meer in beeld is, dat deze weer terug komt en niet voor goed verdwenen is. Door het kind steeds weer te laten ervaren dat de ouder altijd weer terug komt, zal de angst afnemen. Door heel even weg te lopen en daarna meteen weer terug te komen leert het kind dat de ouder niet voorgoed weg is. Het helpt ook om tegen het kind te blijven praten wanneer het de ouder even niet kan zien. Ook kiekeboe spelletjes leren het kind dat uit het beeld niet betekent dat de persoon ook weg is.
Angst op peuterleeftijd
Op de peuterleeftijd kunnen kinderen steeds meer en gaan kinderen de wereld steeds meer ontdekken. De wereld blijk dan wel heel erg groot. Dit maakt het kind angstig en het klampt zich vast aan diegene die het meest vertrouwd zijn, de ouders. Het kind krijgt last van verlatingsangst. Vaak is de moeder degene die het grootste deel van de zorg op zich neemt en is hierdoor het meest vertrouwd.Belangrijk is de angst niet te veel te belonen met aandacht, want dit houdt de angst enkel in stand.Het beste is het kind even op te pakken en te troosten, de angst wel serieus te nemen, maar het kind daarna weer op de grond te zetten. Hoe consequenter deze methode toegepast wordt, des te sneller leert het kind de angst te overwinnen.
Op peuterleeftijd zien we ook dat kinderen bang worden van dingen waar ze van schrikken en die ze niet begrijpen, zoals plotselinge geluiden, dieren die onvoorspelbaar gedrag vertonen etcetera. Peuter kunnen nog geen goed onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid. Hierdoor kan hun fantasie soms met hun angst op de loop gaan. Het helpt dan niet om te zeggen dat de angst onzin is, voor het kind is het echt. Ook is het niet goed om dan maar alles waar het kind bang voor is weg te halen. Hiermee leert het kind alleen dat de angst dus terecht was.
Angst overwinnen
In sommige gevallen heeft angst een doel en hoeft niet overwonnen te worden. Angst voor vuur leert een kind er uit de buurt te blijven. Angst voor gevaarlijke dieren beschermt het kind tegen het dier. Maar angst voor huisdieren, de dokter of hoogtes, staan het kind enkel in de weg en kunnen overwonnen worden.
CounterconditionerenBij deze methode leert het kind een situatie waarin het kind angstig is als steeds prettiger ervaren. Een kind wat bang is voor honden wordt in een kamer geplaatst met een hond in een hok aan de andere kant van de kamer en krijgt iets lekkers te eten. Iedere dag wordt de hond iets dichter bij gebracht tot het kind naast de hond durft te zitten. Door de positieve ervaring van het lekkere eten ervaart het kind de situatie met de hond als minder beangstigend en overwint hierdoor de angst.
DesensitisatieHet kind leert eerst om zich te ontspannen met behulp van oefeningen. Wanneer het kind dit onder de knie heeft wordt het kind langzaam aan blootgesteld aan hetgeen waarvoor het kind bang is. Dit kan zowel in gedachten gebeuren als in de realiteit. Het kind wat bang is voor honden moet er aan denken samen met een hond in een kamer te zijn, de hond in een hok. Dan moet het kind zich ontspannen. Wanneer de angst is afgenomen moet het kind er aan denken dat het kind naast het hok zit en weer ontspannen. Zo wordt het kind stap voor stap blootgesteld aan zijn of haar angst. De volgende stap wordt steeds pas genomen wanneer het kind niet meer angstig is.
Kijken naar een voorbeeldKinderen leren heel veel van de mensen om hen heen. Ze kunnen hierdoor angsten aanleren, maar ook afleren. Door te kijken naar iemand die niet bang is of nog beter wel bang is, maar goed met de angst omgaat, kan het kind leren zijn/ haar eigen angst te overwinnen. Hierbij hebben kinderen vooral baat wanneer de andere persoon, het voorbeeld, een leeftijdgenoot is.Ouders zijn ook een belangrijk voorbeeld voor kinderen. Maar een ouder is soms ook bang en kan het kind dit aanleren. Het lijkt misschien dan beter te zijn deze angst te verbergen, maar dit blijkt niet het geval. Het kind voelt namelijk de angst toch wel en zal enkel in de war raken wanneer de ouder de angst ontkent.
Fantasie gebruikenDoor de fantasie van het kind te gebruiken kan angst soms ook overwonnen worden. Een beer kan het kind beschermen , een liedje kan het kind helpen wanneer het bang is. En zo kan het kind zelf zijn/ haar angst overwinnen. Maar goed uitleg aan het kind wanneer het ergens bang voor is kan soms ook uitkomst brengen, juist omdat de fantasie van het kind de angst doet toenemen. Door een situatie begrijpelijk te maken kan de angst ook afnemen.
Angst de baas
Jonge kinderen kunnen heel erg overspoelt worden door hun angsten maar wanneer zij goed opgevangen en begeleid worden kunnen ze heel goed zelf hun angst overwinnen of onder controle krijgen.

mijn gedachte erbij:
Hoe ga je nou het beste omgaan met kinderangsten.
Hoe kun je ze het beste laten weten dat ze niet bang hoeven te zijn voor de Boe-man en dat er geen spoken op hun kamer zijn?
Ik zal het niet weten hoe ik het beste kan handelen met een kind die angsten voor het donker of voor spoken heeft.
Zal ik er boekjes van kopen en er een soort van een leuk verhaaltje maken dat spoken heel erg lief zijn.
Maar is dat wel goed.
Stel je voor een kind is over zijn angst heen en hij of zij krijgt ineens weer een terug val?
en wat moet je dan doen?
Ik weet het echt niet...
Weten jullie het misschien?

Bron: http://www.opvoedadvies.nl/angst.htm

Kindermishandeling


De feiten:

In Nederland worden per jaar ten minste 50.000 kinderen ernstig mishandeld. Elke week sterft in Nederland een kind aan de gevolgen van kindermishandeling. Het betreft hier alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, dus inclusief misbruik, verwaarlozing en nalatige behandeling. En dit zijn alleen nog maar de cijfers op basis van het aantal meldingen.
Enorm veel kinderen leven dagelijks in grote angst; angst om sexueel misbruikt te worden, angst om emotioneel geterroriseerd te worden, angst om lichamelijk letsel op te lopen...
Kindermishandeling leidt niet alleen tot persoonlijke problemen, zoals angsten en depressies (vaak tot ver in de volwassenheid) maar ook tot maatschappelijke problemen, zoals pesten, diefstal en 'zinloos' geweld. Problemen waarmee onze samenleving voortdurend kampt.
En ieder jaar gaan er ten minste 50 kinderen dood als gevolg van mishandeling.

mijn gedachte erbij:
wat zou ik doen als ik dit toch merk?
stel je voor het gebeurt bij een kind in mijn straat en ik kom erachter?
ook al weet ik dat dit niet mag maar hoe benader je dan zo`n kind.
ik zou nooit zelf na de ouders gaan want stel je voor het word hierdoor alleen maar erger voor dit kind? daar kom je dus niet achter omdat het allemaal achter gesloten deuren gebeurt.
moet ik afwachten tot het kind vanuit zichzelf bij mij komt.
maar aan de ene kant denk ik ook weer dat kan niet want stel je voor dat de ouders dit al doen vanaf zijn of haar geboorte, dan weten ze niet beter.Moet ik meteen ingrijpen als ik weet dat dit zich afspeelt?
heeft iemand enig idee hoe je het beste kunt reageren op kinderen die zoiets mee maken?
zo ja laat het me dan maar weten.

Bron: http://www.stopkindermishandeling.nl/stopkindermishandeling/index.htm

woensdag 5 november 2008

Gastles: buitenschoolse opvang..


Liever laat dan nooit.
ik heb mijn gastles wat later op mijn site staan omdat ik niet veel van een weblog maken wat af wist.
ik kreeg het laat door hoe het in elkaar stak.

maar dan ga ik het nu hebben over de gastles: Buitenschoolse opvang.
Mevrouw Diendre Kleine Punt heeft in Afrika gewoont en woont nu 14 jaar in Nederland.
Zeven Bergen in hengelo, zo heet de BSO waar zij werkzaam is.
Deze BSO is geopend vanaf 7:45 tot 17:45

mensen hebben over het algemeen vooroordelen over de BSO en dat de kinderen niet luisteren, brutaal en vervelend zijn.

Mevrouw Diendre Kleine Punt heeft hier een hele andere mening over en vind het hartstikke leuk en zij vind dat er juist alleen maar voordelen zijn.
Voordelen die zij allemaal opnoemde zijn:
- Je hoeft ze niet op te tillen want ze lopen zelf
- Al het meubilair is hoog dus ook handiger voor jezelf als begeleider (geen zere rug etc.)
- De kinderen smeren zelf hun brood
- Luiers hoeft je niet te verschonen
- Als je op een KDV werkt heb je niet veel tijd voor anderen maar op een BSO wel.

Vakantie...!!
Drie weken van te voren maken ze een planning voor het thema dat ze die vakantie gaan doen.
Ze hebben bijvoorbeeld het thema ziekenhuis gedaan en Helloween.
Kinderen zijn heel creatief en ze kwamen met allerlei verschilende soorten plannetjes, die ze konden doen.
Kinderen die op de Zeven bergen zitten mogen ook toneelstukjes opvoeren.
Ze mogen zelf weten waar het overgaat en let dan maar eens op hoe goed kinderen toneel kunnen spelen!!
Uiteraard word dit ook voor de ouders gedaan die dan op een middag na het toneelstuk mogen komen kijken.

Als leidsters de kinderen moeten ophalen word dat lopend gedaan met een oranje hesje aan.
Opweg na de BSO kletsen de kinderen er heel wat van af.
Eenmaal aangekomen bij de BSO krijgen ze wat te drinken en natuurlijk een koekje erbij.

Aan het einde van de presentatie moesten wij een opdracht maken.
De opdracht was: Bedenk een thema die je over een hele week kunt plannen en schrijf op wat je dan per dag gaat doen met de kinderen.
Jose en ik hadden gekozen voor het thema boederij.
Anderen hadden gekozen voor Helloween, Afrika etc.
Ze vond onze thema`s leuk en besloot ze mee te nemen naar de BSO Zeven bergen

Wel of geen kinderopvang?


Twee moeders reageren op de stelling die eerder op deze site stond over kinderopvang. Opvallend bij die stelling was dat 37 procent vindt dat een kinderdagverblijf kinderen ongelukkig maakt omdat ze de aandacht van hun ouders missen, terwijl 42 procent vindt dat een kinderdagverblijf kinderen socialer maakt omdat ze meer spelen met andere kids. Wat vinden deze moeders?Een kinderdagverblijf maakt jonge kinderen niet socialer, maar ook niet asocialer. Het zijn de ouders die in de eerste gevoelige jaren het kind de enige juiste aandacht kunnen bieden en hem/haar iets aanleren. Dat schrijft Lizelot Beukers, orthopedagoog/ kindertherapeut en moeder van drie kinderen, in haar column als reactie op de vorige stelling over kinderopvang. Volgens haar kun je een kinderdagverblijf nooit vergelijken met een gezin. "Een kinderdagverblijf is en blijft een werkplek, hoe hartelijk men er ook met kinderen om kan gaan. Groepsgenoten worden geen broertjes of zusjes en verzorgers van de dagverblijven worden geen papa’s en mama’s."Annette Peeters, pedagoge en zelf moeder van 8 kinderen, heeft een kinderdagverblijf aan huis en is houder van een gastouderbureau. Zij schrijft in haar column dat ze begrijpt dat steeds meer moeders werk en zorg willen combineren. Maar de opvang die kinderdagverblijven bieden, is niet voldoende. "Heel veel (erg snel groeiende) kinderdagverblijven met heel veel (jonge) leidsters passen wel op de kinderen die aan hen zijn toevertrouwd maar dat is nog geen opvoeden. Vaste, vertrouwde personen, die goed weten wat de opvoedingsdoelen zijn, zijn daarvoor een must. Daarom vind ik gastouderopvang nog het beste alternatief."


mijn mening:

ik vind dat een kinderdagverblijf er best mag zijn voor ouders die beide werken en hun kind niet altijd na de ouders kunnen doen.

de kinderen komen zo ook met elkaar in contact en kunnen wennen aan andere kinderen.

de kinderen kunnen natuurlijk niet elke dag en elke seconde als de kinderdagopvang open is daar zijn vind ik.

Ze hebben ook een oma en opa waar ze ook wel door de weeks een dag of 2 kunnen zijn.

moeders moeten ook wel 1 dagje vrij kunnen nemen van het werk zodat ze samen met het kind de dag door kunnen maken.

Bestaat Sinterklaas nou wel of niet?




Weiger jij je vierjarige “de grote leugen” te vertellen en vertel je het dat Sinterklaas niet bestaat? Of wacht je tot je kind zelf begint te twijfelen voor je het uit de droom helpt?
Veel ouders vinden Sinterklaas zelf veel te leuk. Ze hijsen zich in pietenpakken, Sinterklaasjurken, kopen cadeautjes en storten zich vol overgave in het hele complot. Dat willen ze hun kind niet ontnemen, en zichzelf eigenlijk ook niet.
Het heeft ook weinig zin om een vierjarige te vertellen dat Sinterklaas niet bestaat. Dat geloof kan behoorlijk onwankelbaar zijn. Het kind zal denken 'laat ze maar kletsen, ik zie hem DUS hij bestaat!'. En ze snappen ook heus wel dat de echte Sint het allemaal niet alleen aankan en dat hij hulpsinterklazen nodig heeft.
Wring je niet in bochten om twijfel weg te nemenWij geloofden soms nog in Sinterklaas tot ons achtste of negende jaar, maar tegenwoordig zijn onze kinderen ook op dat punt al vroeg bij de pinken. De meesten ontdekken op hun zesde dat het allemaal een spel is. Als je kind gaat twijfelen aan de Goede Sint, moet je je natuurlijk niet in bochten gaan wringen om de twijfel weg te nemen. Een kind dat ziet dat er van alles niet klopt, moet je wel een eerlijk antwoord geven. Maar soms nemen ouders het zelf zo verschrikkelijk serieus, dat het kind het spel maar mee speelt. Neem het voorbeeld van het jongetje dat van zijn ouders te horen kreeg dat Sinterklaas niet bestond. 'Dat wist ik allang', was zijn reactie. Maar hij had het zo sneu gevonden voor zijn ouders als ze zouden weten dat hij allang van zijn geloof gevallen was. Kijk, daar is het te ver gegaan.
Sinterklaas is een spel!Zie het gewoon als een spel. Sinterklaas is helemaal niet bedoeld om serieus genomen te worden. Mensen kunnen subtiele signalen afgeven aan de anderen dat het om spel gaat. Zo kun je, zodra een kind roept dat Sinterklaas zijn baard schots en scheef hangt, het kind begripvol een knipoog geven.
Boeman of niet? Het is niet goed om van Sinterklaas of Zwarte Piet nadrukkelijk een boeman te maken, maar je kunt je kind wel de kans geven om op een veilige manier te leren omgaan met angst. En elk kind moet kunnen experimenteren met dit soort 'veilige' angsten om de 'echte' angsten in het leven aan te kunnen. Bang zijn voor spoken en griezels is nu eenmaal veel minder eng dan bang zijn voor de kinderen in je klas bijvoorbeeld. Sinterklaas gaat weer terug naar Spanje en spoken bestaan ook niet, maar die kinderen in je klas kunnen je hele leven blijven achtervolgen.

mijn mening:
zolang kinderen nog in Sinterklaas geloven vind ik dat je ze het beste nog kunt laten ingeloven.
Sinterklaas is een traditie.
hij komt 1 maal per jaar en gaat daarna weer terug na Spanje.
Kinderen vinden het spannend en vinden het geweldig dat ze cadeaus krijgen van de goede oude Sint.
Pas als een kind zelf wat merkt dat de Sint niet helemaal klopt.
of als ze er stellig van overtuigt zijn dat hij niet bestaat, dan ga je gewoon rustig aan de tafel met ze zitten en dan leg je ze het hele verhaaltje uit.
je moet natuurlijk nooit je kunt onderdruk zetten zodat ze in Sinterklaas blijven moeten geloven.
Elk kind heeft het recht op de waarheid wanneer ze erom vragen.

Bron: http://www.bepster.com/_nl/index.php?option=com_content&task=view&id=524&Itemid=921

Wat is peuterpubertijd?


Wat is peuterpuberteit?De een noemt het de "Ik-ben-2-dus-Ik-zeg-Nee fase", de ander noemt het "terrible two’s", wij noemen het hier peuterpuberteit. Puberteit is kort samengevat een fase waarin een kind grenzen verkent, zich losmaakt en op eigen benen probeert te staan (een eigen identiteit zoekt). In feite maakt je kindje rond 2 jaar zo’n soort fase door. Hij krijgt een eigen willetje en laat dat ook gelden.
Hij merkt dat sommige dingen niet mogen, of geaccepteerd worden door zijn omgeving. Hij merkt dat hij een reactie krijgt op zijn gedrag. Je kind is koppig en heeft regelmatig driftbuien. Het aantal buien neemt af zodra je peuter beter kan praten. Rond 4 jaar is hij heel wat rustiger. Deze fase is positief. Je peuter wordt zelfstandig genoeg om de wereld alleen tegemoet te treden. Hieronder volgen verschillende tips over hoe om te gaan met driftbuien. Natuurlijk is ieder kindje anders van aard en je moet uitvinden wat bij jouw kindje het meest effectief is.


Wat doe ik als mijn peuter koppig is?Als de koppige momenten niet te hevig zijn, kan je hem* het beste negeren. Vaak draait hij dan vanzelf weer bij. Wanneer je kind echt te ver gaat, maak dat dan meteen duidelijk. Blijf consequent en duidelijk, nee is nee. Geef je kind de ruimte om alles zelf te proberen: eten, zijn broekje optrekken, etcetera. Moedig zijn pogingen aan. Dat geeft het kind zelfvertrouwen. Tracht altijd de focus van je aandacht te leggen bij het positief stimuleren (prijs het kind wanneer het iets goed doet) en niet de nadruk te leggen op de negatieve dingen die het kind doet. Leidt het kind af of probeer negatief gedrag om te zetten in positief gedrag, bijvoorbeeld wanneer je kind met speelgoed gooit, zeg dan bijvoorbeeld, ach, het beertje wil niet op de grond, het wil graag voor het raam zitten. Wanneer hij het opraapt en wegzet voor het raam, prijs hem dan. Doe het eventueel samen met je kind, wanneer het protesteert.
Wanneer of waarom wordt mijn peuter driftig?Als hij iets niet mag of kan, moe of ziek is. Ook bij een onbekende situatie of te hoge eisen. Je peuter kan zijn gevoelens nog niet uitleggen en wordt hier heel boos om. Je merkt het onmiddellijk: Hij laat zich op de grond vallen, slaat met zijn armen en/of schopt met zijn benen, of bonkt met zijn hoofd op de grond.
Wat doe ik als mijn peuter driftig is?

Tijdens de bui is je kind moeilijk te kalmeren. Zorg dat hij zichzelf of zijn omgeving niet beschadigt. Bij een driftbui raakt je kind overspoeld door emotie: woede. Hij heeft geen beheersing over zichzelf en doet dingen die hij anders nooit zou doen. Dat is een angstige ervaring. Na afloop kan hij helemaal ontredderd zijn en zich gedragen alsof hij weer een beetje baby is.


Laat hem rustig uitrazen. Bij sommige kinderen werkt beetpakken kalmerend, maar de meeste worden er nog razender van. Andere kindjes kalmeren weer beter door ze even in afzondering te plaatsen.


Schopt hij, slaat hij of gaat hij dingen kapotmaken, stel dan duidelijke grenzen. Geef zeker niet toe. Dat geeft je kind de indruk dat hij met een driftbui iets kan bereiken. Maak duidelijk dat hij aanvaard wordt, maar niet zijn boosheid.


Schud je kind nooit door elkaar om het te kalmeren. Dit helpt niet en kan zelfs gevaarlijk zijn.


Na afloop troosten. In zijn ontredderde toestand kan hij wel wat troost gebruiken, ook al was de aanleiding tot de driftbui een conflict met jou.

Wat moet ik NIET doen als mijn peuter een driftbui heeft?

Het is soms moeilijk om je te beheersen want woede is besmettelijk. Maar wordt zelf niet kwaad en ga niet schreeuwen. Dat zal hem alleen nog woedender te maken.


Ga niet redeneren of tegensputteren. Drift is niet vatbaar voor rede.


Niet straffen, of juist belonen door hem zijn zin te geven. Je moet voorkomen dat een driftbui kan gaan dienen om aandacht te krijgen.


Wanneer je in omstandigheden verkeert dat de driftbui je in verlegenheid kan brengen, ga hem dan niet extra voorzichtig behandelen. Daardoor plaats je je kindje in een machtspositie. Dat is beslist niet goed voor jou of voor hem. Bovendien geeft onduidelijkheid en inconsequentie in regels een onveilig gevoel bij je kind.

Hoe verandert je peuter snel van gedrag?

Leid je kind af. Bij jonge kinderen lukt dit redelijk makkelijk. Gooit je kind in huis met spullen, wijs dan naar iets leuks op tv of in een boekje.


Negeer je kind. Je hoeft niet altijd op alles te reageren. Gebruikt je kind lelijke woorden (die het vaak zelf niet snapt), dan kan je daar maar beter geen aandacht aan schenken. Er wel aandacht aan geven lokt soms nog extra negatief gedrag uit.


Laat je kind de gevolgen van zijn gedrag ondervinden. Is het koud buiten en weigert je kind om handschoenen aan te doen, laat het dan de last ondervinden van het niet-luisteren. Doe dit niet in een gevaarlijke situatie.


Corrigeer het gedrag. Moedig het gewenste gedrag aan. Neemt je kindje iets af van zijn broertje, zeg dan dat het daar eerst om moet vragen.


Beloon of bevestig je kind als het dit goed doet!

bron: http://www.peuterplace.nl/peuter/peuterpuberteit.htm

dinsdag 4 november 2008

overgewicht


De afgelopen 20 jaar is het aantal kinderen met overgewicht verdubbeld. Momenteel is een op de zeven kinderen te zwaar. Bij volwassenen spreken we van serieus overgewicht wanneer het gewicht tenminste 20% boven het ideale gewicht ligt. Maar bij kinderen is het beter om te kijken naar de groeicurves.
Het ontstaan van overgewicht
Soms heeft een kind een erfelijke aanleg waardoor het te zwaar wordt. De meeste mensen met overgewicht hebben het gewone aantal vetcellen, maar deze cellen bevatten meer vet. Maar een groep mensen met overgewicht heeft meer vetcellen dan gemiddeld is. Deze groep mensen hebben vaak al op jonge leeftijd last van overgewicht. Voor deze groep is het moeilijker om af te vallen. Bij het afvallen neemt de hoeveelheid vet in de cellen namelijk wel af, maar het aantal vetcellen neemt niet af.Maar vaak ligt er toch een verkeerd eet- en beweegpatroon ten grondslag aan het overgewicht.
Wanneer een of beide ouders kampen met overgewicht is de kans op overgewicht bij het kind groter. Gedeeltelijk wordt dit bepaald door erfelijkheid. Het kind heeft aanleg om dik te worden. Maar er blijkt ook een aangeboren voorkeur voor zoet te vinden te zijn bij deze kinderen. Naast de erfelijke factor zijn de ouders ook sterk van invloed op het gedrag van het kind. De ouders leren het kind een bepaalt eetgedrag, wat niet altijd gezond is. Maar ook door het kind te belonen voor eten van iets wat het niet lekker vindt of wanneer het kind eigenlijk geen honger heeft, leert het kind af om naar zijn/haar eigen lichaam te luisteren.
Ook de mate van bewegen van het kind speelt een belangrijke rol in het overgewicht. Kinderen die overgewicht hebben eten vaak niet te veel maar bewegen te weinig. Regelmatig horen we dat de ouders van een kind met overgewicht melden dat hun kind als baby al minder beweeglijk was dan andere kinderen. Het zijn vaak tevreden, rustige baby's. Wel zien we dat deze baby's vaak sneller drinken, langer drinken en minder rustpauzes nemen tijdens het drinken. Hierbij kan nog opgemerkt worden dat kinderen die borstvoeding krijgen minder kans op overgewicht hebben dan kinderen die flesvoeding krijgen.
Risico's van overgewicht
Het eerste risico van overgewicht als kind is overgewicht als volwassenen. 80 % van de kinderen met overgewicht heeft ook als volwassene gewichtsproblemen.Overgewicht brengt een aantal risico's met zich mee. Overgewicht vergroot het risico op artrose, diabetes, hart- en vaatziekte en gewrichtsproblemen door overbelasting van de gewrichten. Maar ook psychische problemen kunnen het gevolg zijn van overgewicht. Kinderen kunnen erg gepest worden met hun over gewicht. Ze kunnen hierdoor erg onzeker worden, weinig zelfvertrouwen krijgen en zelfs depressief worden

bron: http://www.opvoedadvies.nl/gewicht.htm